bobsleede
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bobsleede (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bob·slee·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bobsleeën |
bobsleede
- enkelvoud verleden tijd van bobsleeën
- Ik bobsleede.
- Jij bobsleede.
- Hij, zij, het bobsleede.
- Ik bobsleede.
Gangbaarheid
- Het woord bobsleede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.