bobsleede

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bobsleede    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bob·slee·de

Werkwoord

vervoeging van
bobsleeën

bobsleede

  1. enkelvoud verleden tijd van bobsleeën
    • Ik bobsleede. 
    • Jij bobsleede. 
    • Hij, zij, het bobsleede. 

Gangbaarheid

  • Het woord bobsleede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.