boemelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boemelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·melt

Werkwoord

vervoeging van
boemelen

boemelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boemelen
    • Jij boemelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boemelen
    • Hij boemelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boemelen
    • Boemelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord boemelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.