boende af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boende af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boen·de af

Werkwoord

vervoeging van
afboenen

boende af

  1. enkelvoud verleden tijd van afboenen
    • Ik boende af. 
    • Jij boende af. 
    • Hij, zij, het boende af. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.