boogde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boogde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boog·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bogen |
boogde
- enkelvoud verleden tijd van bogen
- Ik boogde.
- Jij boogde.
- Hij, zij, het boogde.
- Ik boogde.
Gangbaarheid
- Het woord boogde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.