boomde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boom·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boomen |
boomde
- enkelvoud verleden tijd van boomen
- Ik boomde.
- Jij boomde.
- Hij, zij, het boomde.
- Ik boomde.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bomen |
boomde
- enkelvoud verleden tijd van bomen
- Ik boomde.
- Jij boomde.
- Hij, zij, het boomde.
- Ik boomde.
Gangbaarheid
- Het woord boomde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.