boomkankers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomkankers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomkɑŋkərs/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑŋ.kərs/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑŋ.kərs/
Woordafbreking
  • boom·kan·kers

Zelfstandig naamwoord

deboomkankersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boomkanker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.