botaniseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  botaniseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ta·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
botaniseren

botaniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botaniseren
    • Jij botaniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botaniseren
    • Hij botaniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van botaniseren
    • Botaniseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord botaniseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.