bouw door

Uitspraak

• Geluid:  bouw door    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bouw door

Woordherkomst en -opbouw

• uit bouw (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

bouw (...) door

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbouwen
   

   • Ik bouw door. 

2. gebiedende wijs van doorbouwen
   

   • Bouw door! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbouwen
   

   • Bouw je door? 

Gangbaarheid

• Het woord bouw door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.