bouwcoördinatoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwcoördinatoren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bouw·co·or·di·na·to·ren

Zelfstandig naamwoord

debouwcoördinatorenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwcoördinator
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.