bouwwerkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bouwwerkje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bouw·werk·je
Zelfstandig naamwoord
het bouwwerkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwwerk
Gangbaarheid
- Het woord bouwwerkje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.