brabbelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brabbelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brabĀ·belt

Werkwoord

vervoeging van
brabbelen

brabbelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen
    • Jij brabbelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen
    • Hij brabbelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van brabbelen
    • Brabbelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord brabbelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.