breeën
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: breeën (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbrɛidə(n)/
Woordafbreking
- bree·en
Werkwoord
vervoeging van |
---|
breien |
breeën
- meervoud verleden tijd van breien
- Wij breeën.
- Jullie breeën.
- Zij breeën.
- Wij breeën.
Opmerkingen
- minder gebruikelijk dan breiden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.