breng teweeg

Uitspraak

• Geluid:  breng teweeg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• breng te·weeg

Woordherkomst en -opbouw

• uit breng (werkwoord) en teweeg, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

breng teweeg

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teweegbrengen
   

   • Ik breng teweeg. 

2. gebiedende wijs van teweegbrengen
   

   • Breng teweeg! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teweegbrengen
   

   • Breng je teweeg? 

Gangbaarheid

• Het woord breng teweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.