breviert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breviert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • breĀ·viert

Werkwoord

vervoeging van
brevieren

breviert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brevieren
    • Jij breviert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brevieren
    • Hij breviert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van brevieren
    • Breviert! 

Gangbaarheid

  • Het woord breviert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.