bruis op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruis op    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrœys ˈɔp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bruis op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opbruisen

bruis (…) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbruisen
    • Ik bruis op. 
  2. gebiedende wijs van opbruisen
    • Bruis op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbruisen
    • Bruis je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord bruis op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.