brushte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brushte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brush·te

Werkwoord

vervoeging van
brushen

brushte

  1. enkelvoud verleden tijd van brushen
    • Ik brushte. 
    • Jij brushte. 
    • Hij, zij, het brushte. 

Gangbaarheid

  • Het woord brushte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.