budgetteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: budgetteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- budĀ·getĀ·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
budgetteren |
budgetteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren
- Jij budgetteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren
- Hij budgetteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van budgetteren
- Budgetteert!
Gangbaarheid
- Het woord budgetteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.