bugje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bugje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbukjə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bug·je
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  bug zn  met het achtervoegsel -je

Zelfstandig naamwoord

hetbugjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bug

Gangbaarheid

  • Het woord bugje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.