buiklandinkje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buiklandinkje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buik·lan·din·kje

Zelfstandig naamwoord

het buiklandinkje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buiklanding
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.