buitengebouwtje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buitengebouwtje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bui·ten·ge·bouw·tje

Zelfstandig naamwoord

hetbuitengebouwtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buitengebouw
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.