bungelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bungelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bun·gel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bungelen |
bungelde
- enkelvoud verleden tijd van bungelen
- Ik bungelde.
- Jij bungelde.
- Hij, zij, het bungelde.
- Ik bungelde.
Gangbaarheid
- Het woord bungelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.