camoufleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  camoufleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ca·mou·fleer

Werkwoord

vervoeging van
camoufleren

camoufleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van camoufleren
    • Ik camoufleer. 
  2. gebiedende wijs van camoufleren
    • Camoufleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van camoufleren
    • Camoufleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord camoufleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.