capituleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  capituleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ca·pi·tu·leer

Werkwoord

vervoeging van
capituleren

capituleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van capituleren
    • Ik capituleer. 
  2. gebiedende wijs van capituleren
    • Capituleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van capituleren
    • Capituleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord capituleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.