carjackt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carjackt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • car·jackt

Werkwoord

vervoeging van
carjacken

carjackt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carjacken
    • Jij carjackt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carjacken
    • Hij carjackt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van carjacken
    • Carjackt! 

Gangbaarheid

  • Het woord carjackt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.