carpoolde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: carpoolde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- car·pool·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
carpoolen |
carpoolde
- enkelvoud verleden tijd van carpoolen
- Ik carpoolde.
- Jij carpoolde.
- Hij, zij, het carpoolde.
- Ik carpoolde.
Gangbaarheid
- Het woord carpoolde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.