carretear
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
carretear |
carreteaba |
carreteado |
volledig |
Werkwoord
carretear
- overgankelijk
- vervoeren
- besturen (van een kar)
- (luchtvaart) taxiën (van vliegtuig)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.