casuïsten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  casuïsten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ca·su·ïs·ten

Zelfstandig naamwoord

decasuïstenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord casuïst
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.