cater

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cater    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ca·ter

Werkwoord

vervoeging van
cateren

cater

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cateren
    • Ik cater. 
  2. gebiedende wijs van cateren
    • Cater! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cateren
    • Cater je? 

Gangbaarheid

  • Het woord cater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Middelnederlands

Zelfstandig naamwoord

cater

  1. (dierkunde) kater; het mannetje van de kat
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.