centreer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  centreer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cen·treer

Werkwoord

vervoeging van
centreren

centreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren
    • Ik centreer. 
  2. gebiedende wijs van centreren
    • Centreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren
    • Centreer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord centreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.