certificeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: certificeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cer·ti·fi·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
certificeren |
certificeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van certificeren
- Jij certificeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van certificeren
- Hij certificeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van certificeren
- Certificeert!
Gangbaarheid
- Het woord certificeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.