chanteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chanteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • chan·teer

Werkwoord

vervoeging van
chanteren

chanteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chanteren
    • Ik chanteer. 
  2. gebiedende wijs van chanteren
    • Chanteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chanteren
    • Chanteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord chanteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.