chauffeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chauffeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • chauf·feert

Werkwoord

vervoeging van
chaufferen

chauffeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaufferen
    • Jij chauffeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaufferen
    • Hij chauffeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chaufferen
    • Chauffeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord chauffeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.