chez

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  chez    (hulp, bestand)

Voorzetsel

Woordherkomst en -opbouw
  • Van Oudfrans chies, verder te herleiden tot Latijn casa, "huis". Mogelijk was het oorspronkelijk de datiefvorm hiervan (casae) die zich van substantief ontwikkelde tot voorzetsel.

chez

  1. bij [1] (bepaling van locatie), vooral gebruikt wanneer het syntactische hoofd [7] een persoon is
    «J'étais chez le coiffeur.»
    Ik was bij de kapper.
    «Je vais chez moi.»
    Ik ga naar huis (lett: "Ik ga naar mezelf toe").
  2. bij [5] (bepaling van collectiviteit)
    «Cette maladie se voit souvent chez les chiens.»
    Die ziekte ziet men vaak bij honden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.