chiflar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
chiflar
chiflaba
chiflado
volledig

Werkwoord

chiflar

  • onovergankelijk
  1. fluiten
  2. zuipen
  3. neuken
  • overgankelijk
  1. gek maken, dol maken, enthousiast maken
  2. uitfluiten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.