chromeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chromeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • chro·meer

Werkwoord

vervoeging van
chromeren

chromeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chromeren
    • Ik chromeer. 
  2. gebiedende wijs van chromeren
    • Chromeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chromeren
    • Chromeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord chromeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.