chybí

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /xɪbiː/
Woordafbreking
  • chy·bí

Werkwoord

chybí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord chybět
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord chybět
Synoniemen
  1. chybějí
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.