cijfert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cijfert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cijĀ·fert

Werkwoord

vervoeging van
cijferen

cijfert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
    • Jij cijfert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
    • Hij cijfert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van cijferen
    • Cijfert! 

Gangbaarheid

  • Het woord cijfert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.