cincelar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cincelar
cincelaba
cincelado
volledig

Werkwoord

cincelar

  • overgankelijk
  1. uitbeitelen, beitelen, steenhouwen
  2. ciseleren, drijven (van goud en zilver)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.