circular

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
circular
circulaba
circulado
volledig

Werkwoord

circular

  • onovergankelijk
  1. circuleren, rondgaan, doorstromen, rondzenden, rouleren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.