clausuleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: clausuleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- clau·su·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
clausuleren |
clausuleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clausuleren
- Jij clausuleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clausuleren
- Hij clausuleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van clausuleren
- Clausuleert!
Gangbaarheid
- Het woord clausuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.