coïncideerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coïncideerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·in·ci·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
coïncideren

coïncideerde

  1. enkelvoud verleden tijd van coïncideren
    • Ik coïncideerde. 
    • Jij coïncideerde. 
    • Hij, zij, het coïncideerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord coïncideerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.