co-existeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: co-existeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co-exis·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
co-existeren |
co-existeerde
- enkelvoud verleden tijd van co-existeren
- Ik co-existeerde.
- Jij co-existeerde.
- Hij, zij, het co-existeerde.
- Ik co-existeerde.
Gangbaarheid
- Het woord co-existeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.