colporteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  colporteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • col·por·teer

Werkwoord

vervoeging van
colporteren

colporteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colporteren
    • Ik colporteer. 
  2. gebiedende wijs van colporteren
    • Colporteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colporteren
    • Colporteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord colporteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.