combineer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  combineer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·bi·neer

Werkwoord

vervoeging van
combineren

combineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van combineren
    • Ik combineer. 
  2. gebiedende wijs van combineren
    • Combineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van combineren
    • Combineer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord combineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.