communiceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: communiceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·mu·ni·ceer·de
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| communiceren |
communiceerde
- enkelvoud verleden tijd van communiceren
- Ik communiceerde.
- Jij communiceerde.
- Hij, zij, het communiceerde.
- Ik communiceerde.
Gangbaarheid
- Het woord communiceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.