compacteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compacteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pac·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
compacteren |
compacteerde
- enkelvoud verleden tijd van compacteren
- Ik compacteerde.
- Jij compacteerde.
- Hij, zij, het compacteerde.
- Ik compacteerde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.