compacteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compacteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pac·teert

Werkwoord

vervoeging van
compacteren

compacteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compacteren
    • Jij compacteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compacteren
    • Hij compacteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van compacteren
    • Compacteert! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.