complementeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: complementeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·ple·men·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
complementeren |
complementeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van complementeren
- Ik complementeer.
- gebiedende wijs van complementeren
- Complementeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van complementeren
- Complementeer je?
Gangbaarheid
- Het woord complementeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.