concateneer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concateneer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ca·te·neer

Werkwoord

vervoeging van
concateneren

concateneer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concateneren
    • Ik concateneer. 
  2. gebiedende wijs van concateneren
    • Concateneer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concateneren
    • Concateneer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord concateneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.