concurreer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: concurreer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- conĀ·curĀ·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
concurreren |
concurreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concurreren
- Ik concurreer.
- gebiedende wijs van concurreren
- Concurreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concurreren
- Concurreer je?
Gangbaarheid
- Het woord concurreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.